SallandGlas wil volgende week duidelijkheid van de wethouders van Raalte, Olst-Wijhe en Deventer over glasvezel. Ze willen daarom volgende week spoedoverleg met de wethouders van Deventer, Raalte en Olst-Wijhe over de aanleg van glasvezel in het buitengebied. ,,De sleutel tot de voortgang van dit project ligt bij de gemeenten”, zegt Ben Nijboer van SallandGlas.
,,De wethouders moeten nu de laatste hobbels wegnemen en aangeven of het ‘go or no-go’ wordt.” Wat SallandGlas betreft is alles klaar voor de aanleg van het glasvezelnetwerk. Investeringsmaatschappij CIF (Communication Infrastructure Fund, onderdeel van de Rabobank), dat ook het buitengebied van Twente van glasvezel gaat voorzien, wil ook Salland ‘verglazen’.
Voorwaarde is dat minstens 50 procent van de huishoudens in het buitengebied daadwerkelijk een internetprovider neemt. ,,Aannemersbedrijven kunnen meteen beginnen met graven zodra de 50 procent is gehaald”, vertelt Nijboer.
Graven
,,De laatste voorwaarde voor een ‘go’ is het akkoord van de gemeenten”, stelt Nijboer. ,,Zij moeten de vergunningen geven om te mogen graven.” De gemeenten hadden extra tijd nodig omdat ze een standpunt moeten formuleren over de diepte waarop de glasvezelleidingen moeten komen te liggen. ,,Standaard was altijd dat gegraven werd op zestig centimeter. Maar je kunt kosten, tijd en schade aan bermen besparen als gegraven wordt op veertig centimeter diepte, op plaatsen waar dat technisch mogelijk en verantwoord is. De gemeenten kijken daar constructief naar, maar willen ook weten of dit gevolgen heeft voor aansprakelijkheid, als er schade ontstaat bij toekomstige graafwerkzaamheden. Dat is inmiddels uitgezocht en levert dat geen problemen op.”
Boortechnieken
Nijboer stelt ook dat op aanlegkosten kan worden bespaard als in het buitengebied niet wordt gegraven, maar geboord. ,,Ook dat geeft minder verstoring van de bodem. Met boortechnieken kun je afstanden overbruggen van wel een kilometer lang. Het afgelopen kwartaal zijn deze nieuwe technieken bekeken door de gemeenten. Ze moeten nu hun standpunt bepalen.” In principe wordt 96 procent van alle huishoudens aangesloten op glasvezel volgens het basismodel. ,,Voor de overige 4 procent wordt met maatwerk gekeken op welke wijze ook zij kunnen meedoen”, zegt Nijboer. “Het doel blijft om 100 procent aan te sluiten, en als dat niet kan willen we zo dicht mogelijk bij die 100 procent komen.’
(Bron: SallandsDagblad, Benny Koerhuis)
